Wegen seiner Diät muss er auf viele leckere Sachen ........ .
verzichten (der Verzicht): afzien van / een offer brengen
Het wordt ook vaak licht ironisch gebruikt: darauf kann ich verzichten - dat hoef ik niet, dat kan ik missen (als kiespijn).
verzagen: verouderd voor wanhopen (verzweifeln)
versagen: mislukken (Er hat beim Test jämmerlich versagt)
Ook: Er muss sich viel versagen: zichzelf verbieden, dus een oude betekenis die lijkt op verzichten maar dan in andere zinsconstructie.
verziehen: vertrekken, verhuizen (ambtelijk; algemeen taalgebruik: umziehen) / das Gesicht verziehen: een scheef gezicht trekken
Der neuste Eintrag in die Liste der Immateriellen Erbgüter für die Niederlande ist ' ........ Handschrift'.
het schrift (met de hand schrijven): die Schrift, hier onderwerp
het tijdschrift: die Zeitschrift
het (school)schrift: das (Schul)Heft
Enkele woorden met de uitgang -t die afgeleid zijn van een werkwoord zijn vrouwelijk: die Nachricht, die Arbeit, die Antwort, die Fahrt, die Tat.
Der Eintrag: lemma (in een woordenboek) / aantekening/inschrijving (in een lijst)
Voor de lijst van vaak gebruikte woorden die in het Nederlands onzijdig zijn, maar niet in het Duits:
Der vielgehörte Satz stammt von einem unbekannten Verfasser:
"Wer in ........ Demokratie (slaapt) ........ , wacht in der Diktatur auf."
Die Demokratie: vrouwelijk, zoals veel woorden uit het Latijn of, zoals hier, het Grieks met de uitgang -ie.
Schlafen is een sterk werkwoord met -a-: ich schlafe, du schläfst, man schläft, wer schläft.
In der Diktatur: de uitgang -ur is vrouwelijk.
In der Demokratie: waar? Er is geen verandering, dus 3e naamval.
Wanneer? tijdsbepalingen met voorzetsel staan eveneens in de 3e naamval.
........ sie die Wahrheit sagt, ........ glaube ich nicht.
De zin is samengesteld uit twee zinnen:
Sie sagt die Wahrheit - Ich glaube es/das nicht.
Voegwoord dass = dat (niet vervangbaar door het)
das = het/hetgeen
Ich glaube nicht, dass sie die Wahrheit sagt.
Hier herken je dat dass een voegwoord is.
afb. kapiert.de