Wie spät ........ Ellen ten Damme auf?
ich trete
du trittst
er/sie/es tritt
ihr tretet
treten - trat - getreten: sterk werkwoord
Bij du, er, sie, es verandert -e- in -i-.
Meestal verandert de lange -e- in -ie- .
Uitzonderingen: treten - tritt, nehmen - nimmt
der Auftritt
Fast ein Drittel ........ liegt unter dem Meeresspiegel.
die Niederlande: oude meervoudsvorm van das Land - die Länder
der Niederlande (van Nederland): 2e naamval
der Niederländer: de Nederlander, dus mannelijk enkelvoud en
... van de Nederlanders, dus 2e naamval meervoud
das Meer = die See: de zee - zoutwater
das Mittelmeer, die Nordsee
der See: het meer - zoetwater
der Bodensee, der See im Park
(Vorige week) ........ Woche war ich in Urlaub.
die Woche: eindigt op -e, dus vrouwelijk;
zonder een lidwoord krijgt vorig- (bijvoeglijk naamwoord) de uitgang van het lidwoord:
die Woche - vorige Woche (1e en 4e naamval).
Vorige/letzte Woche is een tijdsbepaling (wanneer?).
Tijdsbepalingen zonder voorzetsel staan altijd in de 4e naamval - jede Woche, jeden Monat, jedes Jahr.
Met voorzetsel altijd 3e naamval: in einer Woche, vor einem Monat, seit einem Jahr.
Der Bau des Flughafens 'Berlin Brandenburg' hatte sich um Jahre (vertraagd) ........ .
verzögern: vertragen - zögern [tseukern]: aarzelen
die Verzögerung: de vertraging m.b.t. uitstel, niet op tijd klaar zijn
die Verspätung: vertraging m.b.t. te laat zijn/komen
Ich habe mich verspätet.
(sich mit jemandem) vertragen: het met iemand kunnen vinden / het na een ruzie weer goed maken
vertreten: een persoon vervangen / een persoon of organisatie vertegenwoordigen