"Dat zou ik niet doen, als ik jou was." : ........ .
Deze zin staat in de conjunctief (aanvoegende wijs): würde - wäre
ich: onderwerp in beide delen van de zin
du: naamwoordelijk deel van het gezegde (dus ook 1e naamval)
Wenn ich du wärst: is fout omdat het onderwerp ich is (ich bin/wäre du).
wäre: aanvoegende wijs van het werkwoord sein (hier koppelwerkwoord):
Ich bin genauso wie du. - Ik ben net als jij.
Ich wäre gerne so wie du. - Ik zou graag zoals jij willen zijn.
Das werde ich nicht tun: Dat zal/ga ik niet doen (toekomst).
Das soll ich nicht tun: iemand zegt dat ik dit niet mag/moet doen.
Alternatieve: An deiner Stelle würde ich das nicht tun.
........ Eingang ist dort hinten.
Der Eingang (hier onderwerp): gang is een stamvorm van het werkwoord gehen-ging-gegangen.
Deze woorden zijn overwegend mannelijk.
Zo ook bijvoorbeeld: der Besuch, der Beruf, der Plan, der Vorschlag, ... Het betreft dus ook woorden die in het Nederlands onzijdig zijn.
Dort hinten: daar achter.
........ schönem Wetter fahren wir morgen an den Strand.
In het Duits zeg je: bei Sonne, bei Regen, bei gutem/schlechtem Wetter etc.
bei: 3e naamval
der Strand + an + fahren: an den Strand fahren
(beweging met doel - waarheen? = 4e naamval)
"Ich möchte unser Auto verkaufen." -
"Versuchs doch mal mit einer ........ bei Ebay".
die Anzeige: de advertentie
(2e betekenis: aangifte bij de politie)
die Angabe: opgave (van gegevens)
die Werbung: reclame