MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 09-04-2024 (niveau 3)



eerdere test 09 APR latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 3 hebben de test van 09-04-2024 zo ingevuld:



Wie de schoen past trekke hem aan. 

 

   


5 % (afgerond)Wen der Schuh passt, den ziehe er an.
19 % (afgerond)Wer den Schuh passt, der zieht ihm an.
76 % (afgerond)Wem der Schuh passt, der ziehe ihn an. 

Wie zich schuldig voelt, mag zich aangesproken voelen.

 

In deel 1 is der Schuh onderwerp.

Aan wie de schoen past: wem (demjenigen, dem) der Schuh passt.

Der Schuh passt mir.

Wer den Schuh passt = wer den Schuh anprobiert: Degene (onderwerp) die de schoen (in de winkel) past, maar dat is hier niet bedoeld.

 

In deel 2 is ihn (den Schuh) lijdend voorwerp.

De werkwoordsvorm ziehe is hier conjunctief tegenwoordige tijd van type 'Leve de koning'. Ook: der möge ihn anziehen.



Zie ook de pagina overzicht.



Wir stiegen aus ........ Auto und gingen in ........ Wald.


81 % (afgerond)dem, den 
13 % (afgerond)dem, dem
7 % (afgerond)den, der

das Auto: dus in het Duits onzijdig

(zie voor wél/niet onzijdig NL-D de lijst bij 'zelfstandige naamwoorden - geslacht')

aus dem Auto: 3e naamval

 

in: 3e of 4e naamval, je kunt vragen 'waarheen?: 4e naamval.

In den Wald gehen.

 

In tegenstelling tot Wir spazieren im Wald / Wir laufen im Wald (herum) (waar lopen we rond?): weliswaar een beweging maar zonder einddoel/verandering.



Zie ook de pagina met 3e/4e naamval.



Diese süße Spezialität heißt Indonesischer Speckkuchen und besteht aus vielen ........ .

 

     


3 % (afgerond)Lagern
10 % (afgerond)Lagen
83 % (afgerond)Schichten 
3 % (afgerond)Schachten

die Schicht: laag van een stapel, ook voor grondlaag: die Erdschicht

lagen in de bevolking: die Bevölkerungsschichten

(2e betekenis: ploeg/ploegendienst)

 

die Lage: ligging, plek

Der Wein stammt aus dieser sonnigen Lage.

Ook: de situatie. Die politische Lage ist ernst.

der Lageplan: plattegrond van een terrein
(die Lage: soms wel term voor laag in een geheel in specifieke vaktaal)

das Lager: opslag / kampement

lagern: spullen opslaan / in een kamp verblijven (militair)

op de computer opslaan: speichern

 

der Schacht: mijn (bergbouw)

 

 

 

foto: commenswiki



Zie ook de pagina weetwoorden I.



Hij is een beetje zielig.

Ik heb met hem te doen: ........ .


28 % (afgerond)Ich habe mit ihm zu tun.
2 % (afgerond)Ich habe mit ihn zu tun.
70 % (afgerond)Er tut mir leid. 

Ich habe mit ihm zu tun: Ik heb met hem (bijvoorbeeld zakelijk) te maken.

Ich habe mit ihn zu tun: Deze zin is niet correct omdat na mit een 3e naamval komt.

Het gebruik van doen-tun en maken-machen is deels verschillend tussen Nederlands en Duits. Zie eventueel uitlegpagina's 'spreektaal standaardzinnen'.

 

Hij is zielig: er ist zu bedauern / zu bemitleiden.

Hij doet zielig: er ist wehleidig.



Zie ook de pagina standaardzinnen N-D.



TOTAALRESULTAAT:
77% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)