Dieser Politiker ist ........ im deutschen Parlament.
Der Politiker = ein Abgeordneter: beide staan hier in de 1e naamval.
Der Abgeordnete / ein Abgeordneter: zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord, mannelijk 1e naamval.
De uitgang is afhankelijk van der resp. (m)ein en de overige woorden die onder deze groepen vallen.
Vrouwelijk: die / eine Abgeordnete.
........ Betrag haben wir sofort überwiesen.
Der Betrag is een mannelijk woord, te herkennen aan de stam van het werkwoord '(be)tragen'.
Hier lijdend voorwerp, dus 4e naamval.
Wir haben den Betrag überwiesen.
Du solltest nicht so schnell fahren: ........
Let op het verschil in betekenis van du sollst en du solltest.
du sollst: jij moet op gezag van iemand
du solltest: je zou moeten / je kunt beter, dus een advies
Die twee letters (-te-) maken dus een groot verschil in betekenis.
Deze werkwoordvorm is een conjunctief (aanvoegende wijs) van het werkwoord sollen.
je mag: du darfst
je zult: du wirst (toekomst)
Der Kletterturm in Brühl bei Köln befindet sich in einem alten Getreidespeicher: de klimtoren bevindt zich in een ........ .
das Getreide: graan
der Speicher: opslag, zolder (ook geheugen van de computer)
Deze Getreidespeicher heet ook Siloturm.
Die Speicherstadt in Hamburg: stadsdeel bestaande uit voormalige pakhuizen, nu veranderd in woningen.
De 50 meter hoge toren heet weliswaar Kletterturm (dat kan aan een kant) maar men krijgt ook een adrenalinekick (der Nervenkitzel) bij het zogenaamde house-running: aan de buitenkant naar beneden 'lopen' (een andere manier van abseilen).
https://www.youtube.com/watch?v=g6jLYiW4Sfg