Gehst du mit (haar) ........ in die Disko?
Â
mit: voorzetsel met de 3e naamval
met haar: mit ihr
met hem: mit ihm
met hen: mit ihnen
Â
die Disko + in + gehen: 4e naamval, in die Disko gehen
Â
Â
afb. wallpapers
Die Alpen sind ........ hohes Gebirge.
........ Gebirge liegt zwischen Deutschland, Österreich, Italien und der Schweiz.
Â
Woorden, die beginnen met Ge- en eindigen op -e zijn onzijdig:
das Gebirge, das Gebäude en enkele meer.
Uitzonderingen: die Gemeinde, der Gedanke.
die Alpen = das/ein Gebirge, beide staan in de 1e naamval
Â
NB Het voorzetsel zwischen kan met de 3e of met de 4e naamval combineren. Als je kunt vragen 'waar is het?' dan volgt de 3e naamval:
die Schweiz - es liegt zwischen (waar?) Deutschland und der Schweiz.
"Dat zou mooi zijn!": ........
Met zou zijn kun je een mogelijkheid (al dan niet reëel) of een wens uitdrukken.
Daarvoor gebruik je de aanvoegende wijs: würde, hätte, wäre.
Wenn ich viel Geld hätte, würde ich viel reisen. Das wäre super!
Je kunt ook een verzoek ondersteunen: "Könnten Sie mir helfen? Das wäre nett."
Â
Das war schön: verleden tijd.
Das wird schön sein/werden: toekomst.
Das würde schön (werden): als je dat zou doen/creëren, dan zou het mooi / een mooi ding worden (ongebruikelijke constructie).
........ Kaffeemaschine habe ich gestern ........ .
Â
Die (Kaffee)maschine eindigt op -e: vrouwelijk woord.
In deze zin lijdend voorwerp, dus 4e naamval.
De 1e en de 4e naamval vrouwelijk hebben dezelfde vorm.
Â
kopen: kaufen - kaufte - gekauft
gekocht is een vals vriendje want in het Duits betekent het: gekookt
Ich habe mit der Maschine Kaffee gekocht.