MOB-versie | Naar grote versie



zonder woord ervóór

Bijvoeglijke naamwoorden zonder voorafgaand lidwoord

krijgen dezelfde uitgangen als der, die, das, die.

(Alleen de 2e naamval enkelvoud wijkt af maar deze naamval komt vrijwel niet voor).

 
Voorbeelden: 
 
1e naamval 

  • Der Wein: Alter Wein in neuen Schläuchen.
  • Die Kollegin: Nette Kollegin gesucht. 
  • Die Freundin: liebe Freundin (bijv. in briefaanhef)
  • Das Gemüse: Frisches Gemüse ist gesund. Dat blijft ook zo bij een lidwoord en een hoeveelheid ervoor: Ein Kilo frisches Gemüse pro Woche  ist gesund.

4e naamval

  • Merke dir folgenden wichtigen Punkt.
  • Heute gibt es (4e naamval) frisches Brot.
  • Ich kenne nette Deutsche. Ich kenne viele * nette Deutsche. 
  • Die Modelle: (meervoud) Wir haben neue Modelle im Angebot.

3e naamval

  • Seit voriger Woche regnet es.
  • Wegen schlechtem Wetter fällt das Festival aus.
  • Mädchen mit roten Haaren. (3e naamval meervoud: alle woorden van de groep krijgen de uitgang -n.)

 

2e naamval

  • Das Geheimnis guten Brotes. 
  • Das Produkt deutschen Erfindergeistes (m).
  • Die Eltern kleiner, böser Kinder müssen selber noch erzogen werden.

 

* Viele hoort niet bij de der/das/die-groep en gaat net als een bijvoeglijk naamwoord:  

  • Viele junge Leute besuchen oft große Festivals.
  • (Die vielen jungen Leute besuchen die vielen tollen Festivals: met een (lid)woord krijgen alle bijvoeglijke naamwoorden in het meervoud de uitgang -n) 

De vervoegingen zijn dus in principe dezelfde als van de lidwoorden, let wel op de uitzondering van de 2e naamval mannelijk en onzijdig:


  mannelijk vrouwelijk onzijdig   meervoud
             
1   + -er + -e + -es    + -e
4   + -en + -e + -es    + -e
3   + -em + -er + -em    + -en
2   + -en /-s + -er + -en /-s    + -er

 

Zie verder: De 4 naamvallen in vogelvlucht.