........ Juni ist ........ sechste Monat des Jahres.
De namen van de maanden zijn mannelijk.
der Juni = der Monat: verbonden door het koppelwerkwoord ist staan beide in de 1e naamval.
der erste, der zweite, der dritte Monat
Uitspreken van de datum: 3.4. = Heute ist der dritte Vierte.
Wir sehen uns am dritten Vierten.
Bei so viel Regen (groeit) ........ das Gras schnell.

wachsen-wuchs-gewachsen (sterk werkwoord: de klinker verandert)
ich wachse
du wächst
er/sie/es wächst
Bij sterke werkwoorden verandert de -a- in -ä-.
De vorm wüchse is conjunctief en wordt alleen in literaire of andere geschreven taal wel eens gebruikt:
Er wünschte sich, er wüchse über sich hinaus.
Hij wou/wenste dat hij boven zich uit kon stijgen.
Spreektaal: Er wünschte sich, dass er über sich hinauswachsen könnte.
Wat betekent de uitdrukking 'Pi mal Daumen'?
Pi (getal 3,14): verhouding van omtrek en diameter van een cirkel.
Pi mal Daumen: Pi vermenigvuldigd met de duim :)
Dit is dus een persiflage op de rekenformule: grof geschat.
Der Garten ist, Pi mal Daumen, 100 Quadratmeter groß.
Ook: über den Daumen peilen.
Duimen omhoog: Daumen hoch!
Voor iemand duimen: jemandem die Daumen halten.
De middelvinger opsteken: den Mittelfinger/Stinkefinger zeigen.
Ich habe eine gute ........ für Deutsch im ........ .

die Note: het rapportcijfer / de muzieknoot
das Zeugnis: rapport (baan: getuigschrift)
die Zahl: het getal
die Ziffer: het cijfer op bijvoorbeeld een meetinstrument (klok: das Ziffernblatt), in de wiskunde of als benaming voor een getalsteken
Die Jahresangabe ist in römischen Ziffern. Die Telefonnummer besteht aus zehn Ziffern.
die Zeugschrift: verouderd voor oorkonde
der Rapport: officiële melding / verslag van een expert
Het Duitse cijfersysteem gaat van 1 (sehr gut) tot 6 (ungenügend).