Mach bitte ........ Fenster zu und schalte ........ Licht aus.
Het licht en het venster: das Licht und das Fenster.
Alledaagse, concrete 'het-woorden' die sterk lijken op de Duitse woorden zijn vaak ook onzijdig. Maar er zijn ook uitzonderingen!
In deze zin zijn beide woorden lijdend voorwerp, dus 4e naamval.
Bij onzijdige woorden is de vorm van de 1e en de 4e naamval gelijk.
Het Duits kent maar één woord voor venster en raam.
(Zijn jullie) ........ miteinander befreundet?
wir sind - sie/Sie sind - ihr seid
De vorm van jullie wijkt bij alle werkwoorden af van de andere meervoudsvormen.
euer: bezittelijk - Ist das euer Freund?
euch: 3e en 4e naamval van ihr. Ich habe euch gestern gesehen.
Ich bin 1 Meter 71 ........ .
lichaamslengte: die Größe / Körpergröße
Lang gebruik je alleen voor een meer dan gemiddelde lengte van een persoon (ein langer Lulatsch: een lange slungel).
Voor deze zin kun je beide woorden gebruiken:
Niederländer sind die größten / die längsten Menschen der Welt.
Hoch: alleen voor voorwerpen (die Höhe, die Länge, die Breite, die Tiefe).
die Größe ook: kledingmaat
(Wil je dat ik alvast de tafel dek?)
........ ich schon mal ........ Tisch decken?
Wil je dat ik dat doe? - Soll ich das (für dich) tun?
Als je aan iemand vraagt of je iets voor haar/hem moet doen gebruik je sollen.
Der Tisch is hier lijdend voorwerp, 4e naamval: den Tisch decken.