MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 01-10-2025 (niveau 1)



eerdere test 01 OKT latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 01-10-2025 zo ingevuld:



               

 

Mach bitte ........ Fenster zu und schalte ........ Licht aus.



8 % (afgerond)das, den
4 % (afgerond)der, das
1 % (afgerond)die, dem
88 % (afgerond)das, das 

Het licht en het venster: das Licht und das Fenster.

Alledaagse, concrete 'het-woorden' die sterk lijken op de Duitse woorden zijn vaak ook onzijdig. Maar er zijn ook uitzonderingen!

 

In deze zin zijn beide woorden lijdend voorwerp, dus 4e naamval.

Bij onzijdige woorden is de vorm van de 1e en de 4e naamval gelijk.

 

Het Duits kent maar één woord voor venster en raam.


Zie ook de pagina geslacht.



(Zijn jullie) ........ miteinander befreundet?



1 % (afgerond)Seid euer
10 % (afgerond)Sind ihr
83 % (afgerond)Seid ihr 
6 % (afgerond)Sind euch

wir sind - sie/Sie sind - ihr seid

De vorm van jullie wijkt bij alle werkwoorden af van de andere meervoudsvormen.

 

euer: bezittelijk - Ist das euer Freund?

euch: 3e en 4e naamval van ihr. Ich habe euch gestern gesehen.


Zie ook de pagina onregelmatig.



Ich bin 1 Meter 71 ........ .



12 % (afgerond)lang
80 % (afgerond)groß 
8 % (afgerond)hoch

lichaamslengte: die Größe / Körpergröße

 

Lang gebruik je alleen voor een meer dan gemiddelde lengte van een persoon (ein langer Lulatsch: een lange slungel).

Voor deze zin kun je beide woorden gebruiken:

Niederländer sind die größten / die längsten Menschen der Welt.

Hoch: alleen voor voorwerpen (die Höhe, die Länge, die Breite, die Tiefe).

 

die Größe ook: kledingmaat


Zie ook de pagina Links.



(Wil je dat ik alvast de tafel dek?)

 

........ ich schon mal ........ Tisch decken?

 



5 % (afgerond)Muss, den
7 % (afgerond)Soll, der
87 % (afgerond)Soll, den 
1 % (afgerond)Muss, dem

Wil je dat ik dat doe? - Soll ich das (für dich) tun?

Als je aan iemand vraagt of je iets voor haar/hem moet doen gebruik je sollen.

 

Der Tisch is hier lijdend voorwerp, 4e naamval: den Tisch decken.


Zie ook de pagina dürfen / müssen / sollen / mögen.



TOTAALRESULTAAT:
84% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch