Beleefde vraag: Was ........ ihr trinken?
Een beleefde vorm om naar een wens te vragen / een wens te uiten is met möchten:
Was möchtet ihr / was möchten Sie / was möchtest du?
Mögen: lusten, houden van. Dat past niet bij de vraag naar wat de persoon op dat moment wil drinken. Ook de vervoeging klopt niet bij ihr.
(De zussen kunnen het goed met elkaar vinden.)
........ verstehen sich gut.
die Schwester - die Schwestern
die Frau - die Frauen
Hoofdregel meervoud vrouwelijke woorden: + -(e)n.
Eindigt het woord op -r of -l vervalt de -e: die Nummern, die Mauern, die Federn, die Schüsseln, die Gabeln, die Regeln.
Schwesters en Geschwester bestaan niet.
Wel bestaat het woord die Geschwister (meervoud): broer(s) en/of zus(sen).
foto: tv serie Beste Schwestern
Das gefällt ........ überhaupt nicht.
Das gefällt mir nicht: dat vind ik niet leuk.
Mir gefällt das überhaupt nicht: afkeurend 'dat bevalt me helemaal niet'.
Combinatie met de 3e naamval net als:
Das passt mir nicht, das ist mir klar (duidelijk), mir ist kalt.
Het gaat hier om mentale/emotionele zaken die op de betreffende persoon slaan.
Niet te verwarren met wederkerende woorden (4e naamval), bijvoorbeel sich erinnern: ich erinnere mich + an / ich erinnere ihn (an das Versprechen).
Der Nachbar ist doch recht nett. Warum (mogen) ........ ihr ihn nicht?
Mögen (ich mag - ihr mögt): graag mogen, houden van / lusten.
Wir mögen unsere Deutschlehrerin (we vinden haar aardig).
Ich mag keinen Rosenkohl (spruitjes).
möchten (ihr möchtet): beleefde vorm voor een verzoek (graag willen).
De vorm magt bestaat niet.