Ich ........ gerade ........ ehemaligen Schulfreundin begegnet.
Begegnen heeft de vaste 3e naamval: ich bin ihr / ihm / ihnen begegnet.
De voltooide tijd wordt met sein gevormd.
Ik ben iemand tegengekomen:
- Ich bin jemandem (3e) begegnet (toevallig, niet voorzien).
- Ich habe jemanden (lijdend voorwerp) getroffen (toevallig of afgesproken).
Enkele werkwoorden combineren met een vaste 3e naamval: begegnen, folgen, glauben, gratulieren, danken, helfen.
Stell die Kaffeetasse bitte auf ........ Tisch ........ Wohnzimmer.
Het werkwoord stellen (neerzetten) geeft een beweging met een resultaat aan: auf den Tisch, 4e naamval.
De aanvulling in de huiskamer heeft betrekking op de tafel en niet op het kopje.
De tafel bevindt zich (waar?) in de huiskamer: im Wohnzimmer, 3e naamval.
afbeelding: almalomat
Die 'Waldorfschule' hat das gleiche pädagogische Konzept wie in den Niederlanden die ........ .
(België: steinerschool)
De naamgeving gaat terug op de directeur van de Waldorf-Astoria-Zigarettenfabrik. Hij vroeg aan Rudolf Steiner om een school met een nieuw pedagogisch concept voor de medewerkers van de fabriek op te richten.
Die Daltonschule: genoemd naar de Amerikaanse stad Dalton.
Die Montessori-Schule: genoemd naar Maria Montessori.
(een 'meevaller')
Dat komt me net goed van pas: ........
Deze uitdrukking wordt ook wel eens gebruikt voor 'Dat moest er ook nog bijkomen! :(
Das geschieht mir recht: Daar heb ik om gevraagd. Eigen schuld, dikke bult.
Das passt mir jetzt (nicht): het komt me nu goed / niet uit (wel/geen tijd, (on)gunstige gelegenheid).
'Das passt mich gerade' is grammaticaal niet correct omdat deze constructie in de 3e naamval staat.