"Er soll im Lotto gewonnen haben!"
De strekking van deze zin: ........
Het werkwoord sollen heeft meerdere betekenissen.
Onder andere 'een gerucht uiten': "Men zegt dat...".
Hij moet de lotto hebben gewonnen: het kan niet anders dan dat hij gewonnen heeft. Hiervoor zou er dus een aanwijzing moeten zijn: "Hij smijt met geld, dus hij zal/moet wel..."
Een dergelijke aanwijzing staat niet in de zin van de opgave.
Hij beweert: Er behauptet, dus hijzelf zegt het.
Hij wil beslist ...: Er will unbedingt ...
Neben der Lehre ist ........ Wissenschaft wichtig an der Universität.
Woorden die eindigen op -schaft zijn altijd vrouwelijk.
Die Wissenschaft (ist wichtig): onderwerp.
Naast (wetenschappelijk) onderwijs is de wetenschap (bedoeld wordt wetenschappelijk onderzoek) belangrijk.
Die Kinder spielen auf ........ Straße vor ........ Haus.
Auf en vor zijn keuzevoorzetsels: 3e of 4e naamval.
De kinderen bevinden zich spelend op straat (en) voor het huis.
Er is geen sprake van een verandering of richting.
Je kunt vragen 'waar?': dan 3e naamval.
die Straße - auf der Straße
das Haus - vor dem Haus
Vergelijk: ich gehe (beweging: waarheen?) auf die Straße / vor das Haus (doel).
foto: dpa/Jörg Carstensen
Nach dem Wahlsieg dieser Partei stand in einer deutschen Zeitung:
"Im niederländischen Fernsehen sprachen Kommentatoren von einem 'historischen (resultaat) ........ '. "
das Ergebnis: resultaat, uitkomst - Das Ergebnis einer Rechenaufgabe.
das Ereignis: de gebeurtenis
der Aufwand: de materiële en/of fysieke inspanning voor een doel
die Anstalt: instelling overheid, onderwijs of zorg