Bitte an Monika:
"Monika, (speel) ........ uns doch mal was auf dem Klavier vor!"

Je zegt du tegen Monika, dan is de gebiedende wijs spiel(e).
du spielst: gewone vervoeging
u: spielen Sie (bitte)
Bij meer personen gebruik je de vorm van jullie:
Kinder, spielt uns doch mal was vor.
(Welk) ........ Instrument spielt dein Bruder?

dein Bruder: onderwerp
das/dieses/welches Instrument
Het vraagwoord welch- hoort bij de der/die/das-groep.
Hier 4e naamval onzijdig (zelfde uitgang als 1e naamval).
Tut mir leid, aber dieser Artikel ist vergriffen.
vergriffen: ........
vergriffen: uitverkocht, niet meer leverbaar/verkrijgbaar
afgeleid van het werkwoord greifen-griff-gegriffen
Heel veel mensen hebben het artikel 'uit het schap gegrepen' en jij 'grijpt ernaast'.
onvindbaar: unauffindbar
in bestelling: in Bestellung, ist bestellt
verlaufen: (de reclameaanbieding) is verlopen
In welk woord hoor je -oi- ongeveer zoals in het Nederlandse 'mooi'?
De uitspraak van Duitse eu, bijvoorbeeld in heute, das Heu: (o)oi.
De lengte zit tussen het Nederlandse hoi en hooi.
De -ö- in Höhe: eu als in leuk.
De -au- als in saus: das Haus, das Auto.
De -ei- in Heide: 'haide', zo ook de -ai- als in Kaiser.