In unserer Stadt gibt es wieder einen Weihnachtsmarkt.
In den Coronajahren gab es in vielen deutschen Städten keine (kerstmarkten) ........ .

der Markt - die Märkte: umlaut + -e
Dit is een van de twee hoofdregels meervoud mannelijk.
Na es gibt volgt de 4e naamval: es gibt keinen Weihnachtsmarkt.
Ik ben snel aan de nieuwe omgeving gewend geraakt: ........
sich gewöhnen an: wederkerend (ich gewöhne mich), gevolgd door an: 4e naamval.
Ich habe mich an (dich/ihn/den Zustand etc.) gewöhnt: de voltooide tijd wordt met haben gevormd.
Dit is een vaste combinatie van een 'mentaal' werkwoord met een voorzetsel. Net als denken an, glauben an en enkele meer: + 4e naamval.
Heute war der Eintritt umsonst.
De betekenis van 'umsonst' in deze zin: ........ .
umsonst: 'om niet'
In een andere context betekent umsonst wel tevergeefs:
Ich habe mich leider umsonst beeilt, der Zug war schon weg.
omslachtig: umständlich
beperkt: beschränkt
gratis = gratis
Mit dem Gutschein bekommt man ein Produkt gratis.
Der Eintritt war gratis / frei.
Für das Spendengeld haben wir schon eine gute (toepassing) ........ gefunden.
die Verwendung: besteding, aanwending
der Gebrauch: het gebruik(en) van voorwerpen of woorden
die Zugabe: de toegift
die Zuwendung: toewijding, aandacht; ook: financiële toelage
die Spende: donatie