MOB-versie | Naar grote versie



als / wenn

De voegwoorden als en wenn worden soms verwisseld.
Toch is het simpel:

  • als = toen
  • wenn = als/indien

 

Voorbeelden:

  • Als es wieder trocken wurde, gingen wir weiter. 
  • Immer wenn es regnete, blieb er zu Hause.
  • Wenn das Wetter gut ist, fahren wir morgen los.

Zie ook Bijwoord/voegwoord