........ Apotheker gab mir ........ Mittel gegen Magenschmerzen. Das Mittel schmeckt etwas bitter.
der Apotheker, mannelijke persoon, hier onderwerp
das Mittel: vorm van de 1e en 4e naamval, hier lijdend voorwerp,
Bij onzijdige woorden is de vorm van de 1e en 4e naamval gelijk.
Meine Uroma ........ 1904 geboren. Sie ........ Margaretha.
werden - wurde - ist geworden
heißen - hieß - hat geheißen
würde: zou worden (aanvoegende wijs)
die Uroma: overgrootmoeder
Welke uitdrukking heeft de betekenis van 'dik voor mekaar'?
Alles paletti (alles kits): sinds enkele decennia in gebruik. Over de herkomst zijn verschillende theorieën in omloop. In de jaren 80 was er in Nederland een schoolleerboek Duits met deze titel.
Nichts für ungut: Even goede vrienden (Ik bedoel het niet vervelend).
gut drauf sein: goed gemutst zijn
dumm/blöd gelaufen: misgegaan/fout afgelopen (gebeurtenis)
Die Bewohner erheben Einspruch gegen die neuen Regeln.
Einspruch erheben: ........ .
der Einspruch: mannelijk (oude stamvorm van sprechen)
aanspraak maken op: Anspruch erheben auf
inspraak eisen: Mitspracherecht fordern