(Uit een verzameling 'grappige spreuken'.)
Wenn jemand ein Problem mit mir hat, darf er's behalten.
Es ist ja schließlich ........ .
Als iemand met mij een probleem heeft, mag die het houden. Het is tenslotte het zijne.
das Problem - es ist mein Problem - es ist meins
Zonder het zelfstandig naamwoord nog eens te noemen krijgt het bezittelijk voornaamwoord de uitgang van het lidwoord.
'Das ist nicht meins' betekent tevens: dat is niet mijn ding/smaak. Das ist nichts für mich.
(Zitat nach Nynke de Jong im AD)
In unserem Grundgesetz steht, dass niemand (toestemming) ........ braucht, um Gedanken oder Gefühle zu äußern; mit anderen Worten Fluchen (mag) ........ .
die Erlaubnis: toestemming, het is toegestaan, niet verboden
het is geoorloofd, het mag: das/es ist erlaubt / man darf das (tun)
Het werkwoord dürfen vereist een aanvulling: ich darf fluchen / ins Kino gehen.
die Zustimmung: instemming, dus uitdrukkelijke goedkeuring
die Billigung: acceptatie (toestaan, gedogen)
die Gewährung (formeel): toekenning (een gunst verlenen: eine Gunst gewähren)
Nena singt in ihrem Hit:
99 Luftballons auf (hun) ........ Weg zum Horizont
hielt man für UFOs aus dem All ..
De luchtballonnen BEVINDEN zich op hun weg.
Je kunt vragen waar zijn ze? Ze zijn op weg (toestand): 3e naamval.
Het doel, de horizon, staat na 'zu', maakt dus geen deel uit van 'auf dem Weg'.
I.t.t. Wir machen uns auf den Weg: We begeven ons op weg. Hier verandert er wel iets, derhalve hier 4e naamval.
auf dem Laufenden sein: ........ .
De nieuwste kennis hebben. Ook: Bescheid wissen.
"Was läuft?" (spreektaal/jeugdtaal): "Wat is er actueel aan de hand, waar zijn jullie mee bezig?"
weer beter zijn (na een ziekte): über den Berg sein
lopend onderweg zijn: zu Fuß unterwegs sein
op de loop gaan: die Flucht ergreifen / spreektaal: türmen, abhauen
een opgavesuggestie van Anton Swart