MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 07-05-2025 (niveau 2)



eerdere test 07 MEI latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 07-05-2025 zo ingevuld:



Der Sohn ist größer als ........ Vater.



22 % (afgerond)den
73 % (afgerond)der 
5 % (afgerond)dem

Der Sohn ist größer als der Vater.

Koppelwerkwoord ist: bij een vergelijking staan beide woorden in de 1e naamval.

 

De vergrotende trap wordt verbonden met als.

Ebenso/genauso groß wie: bij een overeenkomst gebruik je wie.

In spreektaal hoor je echter ook: größer wie, net als Nederlanders vaak foutief zeggen groter als i.p.v. groter dan.


Zie ook de pagina koppelwerkwoorden.



Entschuldigung, können Sie ........ bitte helfen?



16 % (afgerond)mich
mein
84 % (afgerond)mir 

Het werkwoord helfen combineert altijd met de 3e naamval:

mir, dir, ihm, ihr, uns, euch, ihnen, Ihnen.

 

Enkele werkwoorden zijn gekoppeld aan de 3e naamval. De meest gebruikte zijn danken, gratulieren, gehören, glauben, helfen.

 

mich: 4e naamval

mein: bezittelijk voornaamwoord; past niet in deze zin


Zie ook de pagina werkwoorden met vaste naamval.



Ein bekanntes Gedicht von Johann Wolfgang von Goethe beginnt mit den Zeilen:

Über allen Gipfeln ist Ruh', in allen Wipfeln spürest Du kaum einen Hauch.

Wo spielt sich das Gedicht ab?



6 % (afgerond)Auf einem Schloss.
In einem Festsaal.
3 % (afgerond)An einem Seeufer.
90 % (afgerond)Im Wald bei einem Gebirge. 

der Gipfel: (berg)top; der Gipfel des Eisbergs

Ook gebruikelijk in abstracte betekenis:

Der EU-Gipfel: top(overleg) politici Europese Unie.

Das ist ja wohl der Gipfel!: Dat is de limiet! (verontwaardiging)

der Wipfel: kruin (boomtop)

 

der Hauch: zuchtje (adem), zweem / tintje (ein Hauch von Gelb: heel weinig of heel zacht geel)

 

Das kurze Gedicht hat den Titel Wandrers Nachtlied (1780). Die weiteren Zeilen: Die Vögelein schweigen im Walde. Warte nur! Balde ruhest du auch.


Zie ook de pagina Links.



"In diesem Café gibt es auch kleine Mahlzeiten. Sollen wir dort etwas essen?"

A: "Ja, gern. Ich habe Lust auf einen Strammen Max."

B: "Und ich nehme einen Windbeutel."

 

Persoon A wil een ........ en persoon B een ........ .



81 % (afgerond)uitsmijter - grote soes 
5 % (afgerond)hotdog - loempia
2 % (afgerond)broodje ham - gevulde pannenkoek
12 % (afgerond)tosti ham en kaas - kaassoufflé

broodje ham: das Schinkenbrötchen

pannenkoek: der Pfannkuchen (wordt in sommige regio's ook voor Berlijnse bol gebruikt)

loempia: die Frühlingsrolle (tegenwoordig ook die Lumpia)

hotdog: der Hotdog

Schinken-Käse-Sandwichtoast

Käsesoufflé: in Duitsland is dit het kleine Franse ovengerecht Soufflé au fromage. De Nederlandse snack kaassoufleé wordt niet aangeboden.

das Café - In een 'Café' bestelt men overwegend koffie/thee en gebak, maar vaak kun je ook kleine hartige gerechten nuttigen.


Zie ook de pagina Woordenschat, thematisch.



TOTAALRESULTAAT:
82% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch