8321 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Wir besprechen das mit ........ Lehrerin.
........ April war auch voriges Jahr bereits sehr warm.
Namen van maanden zijn mannelijk.
Veel woorden die met data/tijd te maken hebben zijn manneljk:
der Monat, der Sommer (alle jaargetijden), der Tag (alle samenstellingen met -tag, der Nachmittag), der Abend, der Morgen, der Mittwoch.
Vrouwelijk: die Sekunde, die Minute, die Stunde, die Nacht.
Was soll das denn heißen?
heißen - hieß - geheißen: heten / noemen; ook 'dat wil zeggen'
Een veelgehoorde variant op: Was soll das denn bedeuten? met de klemtoon op das.
Wat moet dat betekenen?/Wat bedoel je? - Was willst du/wollen Sie damit sagen?
Wie heißt das auf Deutsch - Wie nennt man das auf Deutsch?
Hoe noem je dat nou? - Wie nennt man das denn?
Wat moet er nu gebeuren?: Was muss jetzt passieren? (Noodzaak: Wat moet er nu gedaan worden?).
Über dieses Thema wurde eine öffentliche Diskussionsrunde unter Experten organisiert.
Alle Beteiligten waren derselben Meinung.
Die Beteiligten (meervoud) betekent: ........ .
Die Beteiligten: degenen die 'deelnemen aan/deel uitmaken van', dus erbij betrokken zijn. In dit geval de experts van een discussie in aanwezigheid van toehoorders.
(Ook: die Teilnehmer / hier: Gesprächsteilnehmer)
beteiligt sein: deelnemend aan/onderdeel zijn van/betrokken zijn bij. An dem Unfall waren zwei Autos beteiligt.
aanwezigen: die Anwesenden (dat zouden ook bijv. toehoorders, dus geen feitelijke deelnemers, kunnen zijn)
lotgenoten: Schicksalsgenossen (das Schicksal = noodlot, der Genosse = de kameraad)
bedeelden: die Almosenempfänger (ontvangers van liefdadigheid)
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |