8255 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Er beteuerte seine Unschuld, aber wir haben ........ nicht geglaubt.
(Jemandem) glauben: werkwoord met de 3e naamval.
Ich glaube dir / Ihnen.
Je kunt ook zeggen: Wir haben ihm die Geschichte (lijdend voorwerp) nicht geglaubt.
Das (lijdend voorwerp) haben wir (onderwerp) ihm nicht geglaubt.
Enkele werkwoorden combineren met de 3e naamval.
De meest gebruikte zijn: begegnen, gratulieren, glauben, helfen, danken, folgen.
NB glauben an = mentaal/abstract werkwoord + voorzetsel: 4e naamval, ich glaube an einen Gott.
beteuern: bezweren
Es war ein schlimmes Verbrechen.
Der Frevel wird hoffentlich gerächt.
Der Frevel: ........
der Frevel, die Freveltat: zeer zondige misdaad (bijvoorbeeld misdrijven jegens kinderen)
gramschap: der Grimm, die Wut
wrijving: die Reibung, die Reiberei (ruzie), der Zwist (verouderd)
rächen: wraak nemen
das Verbrechen: misdaad (het breken van de wet)
Die Garantie gilt nicht für diesen Schadensfall.
Sie haben nicht (volgens) ........ den Vorschriften gehandelt.
Volgens (overeenkomend): gemäß - voorzetsel met de 3e naamval (formeel taalgebruik, voornamelijk schriftelijk).
Gemäß kan ook ná het betreffende woord staan: den Vorschriften gemäß handeln.
infolge (2e naamval): ten gevolge van / als gevolg van.
Infolge der neuen Vorschriften treten Änderungen ein.
zufolge (3e naamval): ten gevolge / volgens (ná het woord: den Regeln zufolge).
Einem Gerücht zufolge hat er im Lotto gewonnen.
wider (4e naamval): tegen, als in der Widerstand (verzet)
zuwider (3e naamval) - tegen de regels in: den Vorschriften zuwider handeln
Sie haben eine Verabredung ausgemacht: ........
etwas (mit einander) ausmachen: afspreken / overeenkomen
In deze zin: ze hebben een ontmoeting afgesproken.
Formeel: Wir haben einen Termin ausgemacht/vereinbart.
een overeenkomst maken: eine Übereinkunft treffen (na overleg overeenkomen) / einen Vertrag, eine Vereinbarung machen
een (privé)relatie beëindigen: Schluss machen (mit jemandem)
zakelijk: die Beziehung abbrechen
afspraak/datum e.d. verplaatsen: verschieben
opzeggen (baan, abonnement): kündigen
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |