Fragen heeft de vaste 4e naamval (net als bitten).

Gebruik eventueel het zoekveld op de menupagina voor meer voorbeelden met fragen.

Fragen wordt tegenwoordig zwak vervoegd: fragen - fragte - gefragt.

Tot in het begin van de 20e eeuw was de verleden tijd nog frug.

Die (Sturm)flut: vrouwelijk (zie menu 'zelfstandige naamwoorden-geslacht': vrouwelijke woorden met de uitgang -t).

Die (na de komma) slaat op: die Flut.

Es kam zu (3e naamval) einer großen: bijvoeglijke naamwoorden krijgen na een lidwoord in de 2e en 3e naamval een -n.

Dat geldt dus voor mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.

Werkwoord kosten: in principe met 4e naamval maar de 3e wordt tegenwoordig in sommige constructies ook gebezigd.

Die Verpflegung: proviand om mee te nemen op wandelingen en uitstapjes of met voorbestelde maaltijden bij Berghütten e.d.

verpleeghuis: das Pflegeheim / Altenwohnheim / Seniorenheim mit Betreuung (verzorging, begeleiding) und Pflege

medische verzorging: die Krankenpflege

gids (in deze context): der Wanderführer

abstottern (spreektaal): in termijnen betalen

formeel: auf Abzahlung kaufen / in Raten zahlen

termijn van een betaling: die Rate

De andere uitdrukkingen zijn spreektaalvariaties op aangeschoten/beschonken zijn.