8321 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Das Kind gibt ........ Mutter einen Kuss.
Het kind geeft aan zijn moeder: seiner Mutter = meewerkend voorwerp, 3e naamval.
das Kind: onzijdig - bezittelijk voornaamwoord: sein-
der Kuss: stamvorm van een werkwoord
Deze woorden zijn overwegend mannelijk, hier lijdend voorwerp.
In dat soort zinnen is de persoon (Mutter) meestal meewerkend voorwerp en het 'ding' (Kuss) lijdend voorwerp.
foto: freepik
Er ........ morgen nach Deutschland.
fahren - fuhr - ist gefahren: sterk werkwoord met -a-
ich fahre, du fährst, er/sie/es fährt
fuhr: verleden tijd
Begin van een sprookje in het Duits:
Er was eens ........ .
Es war einmal ... so fangen alle Märchen an.
Es war einmal ein Prinz (, der lebte) in einem fernen Land.
Es war wordt, net als es ist, gevolgd door de 1e naamval: der Prinz is onderwerp.
Es gab einmal wordt, net als es gibt, gevolgd door 4e naamval:
Es gab in unserer Familie einmal einen Holländer.
Er war mal in China: Hij was een keer in China.
Een betekenis van die Büchse is ........ .
Die Büchse en die Dose zijn 'valse vriendjes': woorden die op een Nederlands woord lijken maar iets anders betekenen.
Het blikje conserven: die Büchse, die Dose. Beide woorden zijn gebruikelijk.
Voor 'blikje Cola' e.d. kan echter alleen 'die Dose'. Dus bij twijfel: die Dose.
Doos: die Schachtel / der Karton.
de boeken: die Bücher
de beuk (boom): die Buche
tweede betekenis van die Büchse: het (jacht)geweer (buks)
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |