8788 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 07-05-2025 (niveau 2)



eerdere test 07 MEI latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 07-05-2025 zo ingevuld:



Der Sohn ist größer als ........ Vater.



22 % (afgerond)den
73 % (afgerond)der 
5 % (afgerond)dem

Der Sohn ist größer als der Vater.

Koppelwerkwoord ist: bij een vergelijking staan beide woorden in de 1e naamval.

 

De vergrotende trap wordt verbonden met als.

Ebenso/genauso groß wie: bij een overeenkomst gebruik je wie.

In spreektaal hoor je echter ook: größer wie, net als Nederlanders vaak foutief zeggen groter als i.p.v. groter dan.


Zie ook de pagina koppelwerkwoorden.



Entschuldigung, können Sie ........ bitte helfen?



16 % (afgerond)mich
mein
84 % (afgerond)mir 

Het werkwoord helfen combineert altijd met de 3e naamval:

mir, dir, ihm, ihr, uns, euch, ihnen, Ihnen.

 

Enkele werkwoorden zijn gekoppeld aan de 3e naamval. De meest gebruikte zijn danken, gratulieren, gehören, glauben, helfen.

 

mich: 4e naamval

mein: bezittelijk voornaamwoord; past niet in deze zin


Zie ook de pagina werkwoorden met vaste naamval.



Ein bekanntes Gedicht von Johann Wolfgang von Goethe beginnt mit den Zeilen:

Über allen Gipfeln ist Ruh', in allen Wipfeln spürest Du kaum einen Hauch.

Wo spielt sich das Gedicht ab?



6 % (afgerond)Auf einem Schloss.
In einem Festsaal.
3 % (afgerond)An einem Seeufer.
90 % (afgerond)Im Wald bei einem Gebirge. 

der Gipfel: (berg)top; der Gipfel des Eisbergs

Ook gebruikelijk in abstracte betekenis:

Der EU-Gipfel: top(overleg) politici Europese Unie.

Das ist ja wohl der Gipfel!: Dat is de limiet! (verontwaardiging)

der Wipfel: kruin (boomtop)

 

der Hauch: zuchtje (adem), zweem / tintje (ein Hauch von Gelb: heel weinig of heel zacht geel)

 

Das kurze Gedicht hat den Titel Wandrers Nachtlied (1780). Die weiteren Zeilen: Die Vögelein schweigen im Walde. Warte nur! Balde ruhest du auch.


Zie ook de pagina Links.



"In diesem Café gibt es auch kleine Mahlzeiten. Sollen wir dort etwas essen?"

A: "Ja, gern. Ich habe Lust auf einen Strammen Max."

B: "Und ich nehme einen Windbeutel."

 

Persoon A wil een ........ en persoon B een ........ .



81 % (afgerond)uitsmijter - grote soes 
5 % (afgerond)hotdog - loempia
2 % (afgerond)broodje ham - gevulde pannenkoek
12 % (afgerond)tosti ham en kaas - kaassoufflé

broodje ham: das Schinkenbrötchen

pannenkoek: der Pfannkuchen (wordt in sommige regio's ook voor Berlijnse bol gebruikt)

loempia: die Frühlingsrolle (tegenwoordig ook die Lumpia)

hotdog: der Hotdog

Schinken-Käse-Sandwichtoast

Käsesoufflé: in Duitsland is dit het kleine Franse ovengerecht Soufflé au fromage. De Nederlandse snack kaassoufleé wordt niet aangeboden.

das Café - In een 'Café' bestelt men overwegend koffie/thee en gebak, maar vaak kun je ook kleine hartige gerechten nuttigen.


Zie ook de pagina Woordenschat, thematisch.



TOTAALRESULTAAT:
82% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß