9672 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||
Er beteuerte seine Unschuld, aber wir haben ........ nicht geglaubt.
(Jemandem) glauben: werkwoord met de 3e naamval.
Ich glaube dir / Ihnen.
Je kunt ook zeggen: Wir haben ihm die Geschichte (lijdend voorwerp) nicht geglaubt.
Das (lijdend voorwerp) haben wir (onderwerp) ihm nicht geglaubt.
Enkele werkwoorden combineren met de 3e naamval.
De meest gebruikte zijn: begegnen, gratulieren, glauben, helfen, danken, folgen.
NB glauben an = mentaal/abstract werkwoord + voorzetsel: 4e naamval, ich glaube an einen Gott.
Der Raubvogel flog vom Wald her über ........ Wiese und landete auf ........ Arm des Falkners.
Fliegen über = over (er overheen): 4e naamval.
Über die Wiese hinweg fliegen: 4e naamval. Van de ene naar de andere kant vliegen.
I.t.t.: Er fliegt/zirkelt über (boven) dem Wald.
Landen auf/in is een combinatie werkwoord en voorzetsel met de vaste 3e naamval: der Arm - auf dem Arm landen.
De testvraag bij landen auf luidt: waar?, dus 3e naamval.
Evenzo: der Vogel erscheint am Horizont. Waar verschijnt hij?
Für den Kredit müssen wir noch fünf (termijnen) ........ bezahlen.
Die Rate (afgeleid van naar rato) is een deel naar verhouding.
op afbetaling kopen: auf Raten kaufen, spreektaal: abstottern
der Termin: afgesproken datum / officiële afspraak, bijv. bij een arts of voor een betaling. Einen Termin ausmachen (afspreken).
Der Zahlungstermin ist der 1. Mai.
Die Frist: het tijdsverloop voor bijvoorbeeld een afgesproken betaaltermijn. Die Zahlungsfrist beträgt 30 Tage.
Ik werd door hem gebeld.
Dit is een lijdende zin in de verleden tijd.
ik werd: ich wurde
door hem: von ihm
Ich bin von ihm angerufen: hier ontbreekt worden (voltooide tijd).
Een 'levende veroorzaker' wordt voorafgegaan door von.
durch (soms: über): door middel van / via
Ich habe das durch Gerüchte / über das Radio erfahren.
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |