Volgende week ga ik met de auto op vakantie, en wel naar Zwitserland.
Nächste Woche ........ mit dem Auto ........ , und zwar in die Schweiz.
zullen/gaan (toekomst): werden
Ook: Nächste Woche fahre ich in Urlaub.
sollen: moeten op gezag van een ander
dürfen - ich darf: mogen - ik mag (toestemming hebben)
gehen (= lopen): niet voor toekomst
NB in sommige dialecten ook wel eens 'auf Urlaub sein' = niet aan het werk.
Der Gesunde hat viele ........ , der Kranke nur einen.
der Wunsch: stam van een werkwoord
Deze woorden zijn overwegend mannelijk.
Die Wünsche volgens een hoofdregel meervoud voor mannelijke woorden umlaut + -e.
Hier 4e naamval meervoud: zelfde vorm als 1e naamval meervoud.
Deze uitspraak stamt van de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer.
Wir machen gerne (een wandeling) ........ (in het) ........ Stadtpark.
der Spaziergang (relatief korte wandeling): woorden met een (soms oude) stamvorm van een werkwoord zijn overwegend mannelijk
der Park - Wir spazieren (waar?) im Park.
Niet bedoeld wordt hier de wandeling naar (zum Park).
die Wanderung: trektocht, voetreis
(de volksverhuizing: die Völkerwanderung)
die Wandlung (verouderd/literair): de verandering / omvorming
werkwoord verwandeln (nog wel in gebruik): veranderen, omvormen
voetbal: die Vorlage in ein Tor verwandeln
Gemälde 'Spaziergang im Park' von August Macke
Hoe noemt men in het dagelijkse Duits een straat met dit teken?
Die Einbahnstraße is een straat met eenrichtingsverkeer.
De Bahn heeft hier de betekenis van rijstrook.
(eenbaansweg: einspurige Fahrbahn)
Die Einfahrtstraße: geeft aan dat je hier een wijk in kunt rijden.
Het begrip '(der) Einrichtungsverkehr' komt wel in de verkeerswet voor, maar is niet voor de straat zelf van toepassing.